JOA organiseert reünie: verhalen van de JOA-familie

‹ Terug naar overzicht
Geplaatst op:
“Door de JOA heb ik heel veel leuke, blijvende contacten in de natuursteenbranche opgedaan en de hele wereld kunnen zien.” Bij een rondgang langs leden en oud-leden van de Jongeren Organisatie ABN, in de volksmond beter bekend als de JOA, is deze uitspraak vaak de overeenkomstige deler. “Je bespreekt elkaars problemen, deelt ervaringen en bouwt een hechte, bijna familiaire band op.” Eind oktober organiseert JOA een reünie voor deze hele JOA-familie, leden en oud-leden

In de zomer van 1951 vond de oprichtingsvergadering van de JOA plaats door de voorloper van NOA. De toenmalige ABN, de ANBS (Algemene Nederlandse Bond van Steenhouwerspatroons) had besloten een jongerenvereniging op te richten. ANBS-voorzitter Reek stelde de jongeren het doel ‘een natuursteenbranche te ontwikkelen met vakkundig, zakelijk en organisatorisch goed ontwikkelde patroons en een goede onderlinge collegialiteit te scheppen.’  Gezien de destijds heersende onderlinge rivaliteit in steenhouwersland, vormde dat laatste zeker het belangrijkste motief voor de oprichting.

Eind jaren zestig van de vorige eeuw ging de JOA door zeer strenge selectiecriteria weliswaar enige tijd ter ziele. Maar in 1974 volgde de heroprichtingsvergadering en maakte de JOA een succesvolle doorstart.

Geest verrijkt

Dat de opzet door de jaren heen goed is geslaagd, wordt benadrukt bij een willekeurige rondgang langs leden en met name oud-leden van de JOA, waar STEENVAK alvast wat herinneringen ophaalt die ongetwijfeld in oktober ter tafel gaan komen.

Zo ging de wereld voor Peter Dominicus (Dominicus, Westkapelle) letterlijk open, toen hij op zijn 21e lid werd van de JOA. “Daarvoor stopte mijn wereld feitelijk bij de vuurtoren van Westkapelle. Via de JOA heb ik een stukje van de wereld gezien, veel contacten opgedaan, erg leuk. Ik heb mijn geest echt verrijkt”, vertelt Peter. “Je kwam niet automatisch buiten het bedrijf, maar door aan JOA-activiteiten mee te doen wel. Alle jongeren in de natuursteenbedrijven hebben vergelijkbare problemen, die kun je delen. Je bent even weg uit je eigen werkomgeving, wij zitten in een uithoek, normaal gesproken kom je dus niet met collega’s aan de andere kant van Nederland in contact.”

Meerwaarde

“Eigenlijk ben ik te laat lid geworden, pas op mijn 27e via de ‘jongens’ op de natuursteenopleiding”, stelt Frans Maes (oud-eigenaar Lavertu Steenhouwers, Amsterdam) wanneer hem wordt gevraagd naar zijn ervaring met de JOA. “Ik heb op natuursteengebied veel geleerd en gezien bij de JOA. Ik had met mijn vader in het centrum van Amsterdam een klein natuursteenbedrijf, we hadden alleen een bak met letterbeitels en een schuurmachine, dat was het. Bij de trips van de JOA zag ik grote natuursteenbedrijven waar heftrucks rondreden, machineleveranciers en groeves in het buitenland. Dat had ik nooit eerder gezien, met de JOA kon ik echt de hele wereld zien.”  En ook voor hem hadden juist de onderlinge contacten tussen de leden een grote meerwaarde. “In het Amsterdamse gold toen op de eerste plaats een houding van ‘je collega’s zijn je concurrenten’, daar deel je niets mee. Door de studietrips met de JOA kwam er meer verbintenis onderling, je leert de jongens beter kennen en leert ook veel van elkaar. Ik leerde van hen bijvoorbeeld hoe ik moest polijsten en toen we moesten verhuizen ben ik bij Peter Wessels en Jan Harder gaan kijken hoe zij hun bedrijf hadden ingericht.”

Openbaring

Frans zijn eerste studiereis in 1981 staat hem nog steeds bij. Hij omschrijft het als een openbaring. “We gingen met eigen auto’s en de boot naar onder meer de Pillarguri leisteengroeves in Otta, Noorwegen. Die grote machines, met even zo grote zagen…Maar ook omdat een van de deelnemers viel en zijn hele hand had opgehaald. Hij bloedde als een rund, dus reden we eerst met hem in noodvaart de berg af naar de eerstehulppost bij de brandweer in Otta. Aansluitend moest hij vandaaruit naar het ziekenhuis in Lillehammer, honderd kilometer verderop. ’s Avonds laat zagen we hem pas terug in het hotel, zonder blijvende schade gelukkig.”

De oud-eigenaar van Lavertu Steenhouwers bleef lid tot zijn 35e, wat destijds de bovengrens was voor de JOA om lid te mogen zijn. In gedachten loopt hij langs de studiereizen die hij in die periode heeft meegemaakt. Naar Zweden met Bert Hesse, naar de steenhouwersschool in de buurt van Nürnberg, naar de leisteengroeven van het Lake District in Engeland….

Hij lacht: “Of naar het eiland Thassos in Griekenland, waar we vast kwamen te zitten en een overnachting moesten regelen omdat de veerboot vanwege een storm uit de vaart lag. We moesten ’s morgens tijdens het ontbijt halsoverkop vertrekken omdat de veerboot op het punt stond te vertrekken. Die uiteraard door twee man werd gemist….”

Coëfficiënten

Aad Swaalf (Swaalf Natuursteen, Haarlem) deelt die mooie herinneringen. Twee specifieke JOA-bezoeken staan hem nog levendig bij. “De eerste betrof een interessante excursie naar de restauratie van de toren in Zaltbommel, begeleid door de heer Querido. Deze man had enorm veel kennis en kon ons precies vertellen waarom deze toren ooit gebouwd is met meerdere soorten en afmetingen natuursteen. Dat had volgens hem alles te maken met rek- en krimpcoëfficiënten van de verschillende materialen. Hij kon het ook haarfijn uitleggen. Jammer alleen dat ik het idee kreeg dat hij met al zijn kennis niet of nauwelijks serieus werd genomen en iedereen ervan uitging dat die toren gebouwd was met het materiaal dat simpelweg toen voorhanden was…”

Memorabel

De goedverzorgde reis naar Noorwegen vormde ook voor Aad het absolute hoogtepunt. “Ik reed mee met Nico Orie, die toendertijd in een hele lange Chevrolet stationwagen reed, bij iedereen bekend als de ‘lijkwagen’. Volgens mij reden Henk Schoot en Cees Dekker ook mee. In ieder geval werd er onderweg veel gelachen. Maar toen we van een hooggelegen plateau naar beneden reden, drong er een vreemde lucht de auto binnen. Nico had een ‘automaat’, kon dus niet remmen op de motor en moest al die kilometers naar beneden op de rem trappen. Gevolg, roodgloeiende remschijven. Dat werd dus verder vijf minuten remmen en tien minuten afkoelen. Maar een lol dat we onderweg hadden….” Hij lacht: “Of op de boot heen of terug, dat weet ik niet meer. Toen ik met Huub Dujardain, Henk Schoot en Cees Dekker aan de bar zat….die om middernacht moest sluiten. We overtuigden de barkeeper hem open te houden door zijn potentiële boete van 300 gulden, als borg meteen alvast neer te tellen. Het werd, samen met de barkeeper, een memorabele, lange nacht waar ik nog regelmatig aan terug moet denken.”

Krachtenbundeling

Robbert van Straten (Stonetech-Huybreghs) was vanaf zijn twintigste zo’n tien jaar lid van de JOA.  “Tijdens mijn stage van de natuursteenopleiding bij Buddingh Natuursteen in Veenendaal werd ik door Gerard Buddingh gepushed om lid te worden. Waarna ik bij mijn vader in de zaak ben gaan werken. Ik bleef lid tot rond 2000.”

Robbert beaamt dat de originele insteek ook jaren later nog altijd gold: “Je leert dankzij de JOA veel mensen kennen en komt veel makkelijker bij je collega’s binnen. Je leert door alle binnenlandse en buitenlandse bezoeken hoe het moet, of juist niet moet. Het schept toch een band, je leert mensen op een andere manier kennen, tijdens een stadswandeling of na afloop met een biertje aan de bar. Dan gaat het niet alleen over werk, maar ook over hobby’s of sport. Door die band creëer je een generatie die de krachten veel meer bundelt en kennis deelt. Bijvoorbeeld bij de marketing- en verkooptrainingen die door JOA zijn georganiseerd. Dat is heel mooi om te zien.”

De naam Gerard Buddingh komt ook terug bij het verhaal van John Vis. John is de JOA-geschiedenis ingegaan als de langstzittende voorzitter van de JOA, tevens is hij een van de ereleden. In 2002, toen hij als vertegenwoordiger bij Pelt & Hooykaas / Carrières du Hainaut werkte, werd hij lid. Als bestuurslid schoof hij uiteindelijk door naar de voorzittersstoel. Om een goede overgang te bewerkstelligen, bleef hij nog een jaartje na zijn aftreden aan als voorzitter. “Ook ik werd door Gerard overgehaald om bij de JOA te komen. Ik was jong en wilde de branche leren kennen”, vertelt hij. “En heb daarna eigenlijk het ‘wervingsstokje’ van hem overgenomen. Als leverancier ging ik toch door het hele land en probeerde daarbij zoveel mogelijk mensen over te halen om lid te worden.”

De kracht van de JOA zit volgens hem in de ongecompliceerdheid van de vereniging bij het delen van kennis en ervaringen. “Door de jarenlange band die is opgebouwd met mooie, persoonlijke, bijna familiare banden is er voor de huidige generatie veel veranderd ten opzichte van vijfentwintig jaar geleden. Ze weten elkaar veel beter te vinden.”

Geen verplichting

Hoewel de naam en de ontstaansgeschiedenis misschien anders doen vermoeden, is het voor aspirant JOA-leden nooit een verplichting geweest om lid van de bond te zijn (ABN, dan wel NOA) De jongerenorganisatie houdt wel goede contacten met de bond en NOA organiseert ook jaarlijks met de NOA-JOA dag nog een evenement voor de JOA. Een JOA-lid hoeft ook geen directeur of opvolger binnen een steenhouwerij te zijn, ook bijvoorbeeld toeleveranciers zijn welkom. Tot de leeftijd van veertig jaar – de leeftijd is opgeschoven van vijfendertig naar veertig – is iedereen welkom die raakvlakken heeft met de natuursteensector.

John: “Die leeftijdsgrens zorgt voor een bepaalde houdbaarheidsdatum van het JOA-lidmaatschap. Ook dat is een kracht die er juist voor zorgt dat de JOA met de nieuwe generaties blijft meebewegen, dat is alleen maar goed.”

“Was ik als jongeling in de JOA vaak degene die het licht uit deed, bij mijn laatste reis was ik gewoon de eerste die zijn bed op zocht”, lacht hij. “Het is gewoon een mooie club, die jongere mensen de kans biedt om de natuursteenwereld te zien, die ze wellicht anders niet zouden zien als ze puur in het bedrijf bezig zijn. Waar ieder lid gelijk is, of het nu een groot of klein bedrijf betreft. De persoonlijke band is altijd groot geweest, de attentiewaarde is hoog, we zien elkaar op begrafenissen en bruiloften. Dat geeft aan hoe close de JOA feitelijk is.”

Huidige generatie

De huidige JOA-voorzitter, Ilse Maes (Lavertu) beaamt dat dat ook bij de huidige generatie nog steeds het geval is. “Het is een leuke club. En als ik de enthousiaste verhalen van mijn vader uit de jaren tachtig van de vorige eeuw beluister, is de JOA nog steeds net zo mooi als vroeger. Waar je samen naar binnenlandse en buitenlandse bedrijven of groeven gaat, samen ervaringen deelt en discussieert, maar vooral elkaar persoonlijk leert kennen buiten het bedrijf. Het doel van de reünie is echt om te netwerken en dat kan wij ons betreft perfect tussen jong en oud, ook als zij niet meer werkzaam zijn in de natuursteensector uiteraard.”

Ze wil ten slotte nog een oproep plaatsen: “Ken jij iemand die bij de JOA heeft gezeten? Breng hem of haar op de hoogte van de reünie. En heb je leuke foto’s van vroeger? Deel ze met ons, zodat we ze die avond kunnen tonen op een groot scherm.”

JOA reünie

Locatie: Restaurant Zuiver Utrecht

Datum:  24-10-2025 19.00 – 00.00 uur

Genodigden: allen die JOA- lid zijn of zijn geweest.

Bijdrage: € 50,- per persoon

Aanmelden en kaartverkoop: klik hier 

Heb je leuke foto’s van JOA bijeenkomsten? Stuur ze op naar info@j-o-a.nl